Column Door de ogen van... André Lampe: Traditie

De Elfduizendmarkt in 2021. Foto: Wilbert Bijzitter

Tradities moet je in ere houden, zegt men altijd. En ik moet bekennen dat ik dat ook mooi vindt, vooral in de sport.

Maar als men mij zou vragen wat ik er van vind dat de Elfduizendmarkt nu naar de zondag is verplaatst, zoals we gisteren mochten beleven, die ook nog eens gesplitst van de kermis, die in de week voorafgaand aan de Elfduizendmarkt op de Markt en al tijden niet meer op ’t Gedempte Diep gehouden werd, dan moet ik eerlijk bekennen dat het mij eigenlijk niet zoveel doet.

Er zal ongetwijfeld over nagedacht zijn door de mensen die er direct bij betrokken zijn en als die denken dat het meer waarde heeft om de Elfduizendmarkt op een zondag te houden in plaats van de dinsdag, dan zal dat wel zo zijn. De Elfduizend waarmee ik opgegroeid ben is al jaren anders dan hoe het vroeger was. Destijds nam een bijna iedere werkende een snipperdag. Mijn moeder ging traditioneel met mijn tante altijd naar de braderie en aansluitend dansen en borrelen in De Drie Fusten waar altijd livemuziek was, net zoals in alle andere cafés.

Op latere leeftijd volgde ik ook deze weg. Altijd met een groep kameraden en dan begonnen we al vroeg te drinken. Door de dag heen begon het steeds meer een slagveld en afvalrace te worden. De oorzaak laat zich raden: Proost! De kermis bezoeken was in die tijd maar bijzaak. In mijn prille puberjaren was dat zeker anders. Toentertijd gingen we met een vaste club Gagelnezen de hele dag en avond naar de kermis op ’t Gedempte Diep. De fiets parkeren bij Visscher Sport aan de Tukseweg en dan op naar de botsauto’s, swingmill, de rups en noem het maar op.

Er bloeiden zelfs kermisliefdes op wat bestond uit gluren naar meisjes en na lang twijfelen vragen of ze met je een attractie in willen. Het eerste meisje waar ik verliefd op was tijdens de kermis was Margreet Zomermaand, maar verder dan een rondje hand in hand over de kermis ging deze zeer jeugdige romance niet. Lampie was nog veel te onwetend, verlegen en te onbeholpen, maar het besef dat ik niet alleen scorend vermogen had op een voetbalveld, gaf wel een goed gevoel.

Het zijn vervlogen tijden. De beleving is nu anders, maar ik koester net zoals vele van mijn generatiegenoten de herinneringen aan de Elfduizendmarkt van weleer. Dat waren dolle dinsdagen hoor. Sodeknetter.

Nieuws

menu