Biljarters van divisieteams in Steenwijk gaan voor lijfsbehoud: ‘Driebanden is leuke vorm van mens erger je niet’
In het biljartpaleis aan Parade wordt weer gebiljart. En dat is even geleden. „We hebben twee competities niet uit kunnen spelen. Afgelopen najaar konden we een paar keer biljarten voor de competitie, maar was het andermaal snel voorbij”, vertelt clubman en biljarter Kees Wijnbeek van biljartvereniging Steenwijk. Toch doet hoop leven, oftewel de competitieroosters voor het nieuwe driebanden seizoen liggen uitgedraaid op tafel.

Kees Wijnbeek aan het driebanden in biljartpaleis Francois Mingaud. Foto: Sieb van der Laan
„We vinden het heerlijk om weer ergens voor te kunnen spelen. Dit heeft lang genoeg geduurd”, zo vervolgt Wijnbeek. Corona heeft de club geen leden gekost. „We zaten voor de griepuitbraak op zo’n honderd biljarters, en die hebben we nog.” De biljarters die driebanden worden door de clubman als ‘lekker fanatiek’ omschreven. „Die willen altijd spelen. Ze zijn prettig gestoord. Zelf vind ik het ook een mooie spelsoort. Nou ja, ik heb ook nooit anders gespeeld dan driebanden groot.” Kees legt uit wat er zo bijzonder is aan driebanden. „De uitdaging is best groot. Ik noem het vaak een leuke vorm van mens erger je niet. Om de simpele reden dat je er meer mist dan raakt. Zo’n Dick Jaspers staat eerste op de wereldranglijst. Die mist er één van de drie. Twee gemiddeld dus, dat is echt heel goed. Neem van mij aan dat de rest daar stevig onder zit hoor.”