Ik skaeme m’j neet veur mien Steenwieks

Zo'n 80 Steenwijkers kwamen af op de streektaalmiddag. Foto: Liesbeth Hermans
Twee rasechte dialectsprekers, Jan Nijdam en Piet Jongedijk, waren op films van Kobie Storm te horen en te zien. Levensgroot en dat is best schokkend, als vader Jan niet meer leeft.
De voordracht van Jon Derks, taalkundige, had als kern dat het Steenwieks een volwaardige taal is, net als het Gronings of het Limburgs. Het is immers maar toeval, dat het Hollands hier de voertaal is geworden. Die Hollanders waren toevallig het rijkst en het machtigst op het juiste moment in de geschiedenis, maar taalkundig is het dialect volstrekt gelijkwaardig aan deze voertaal, al denken ze in de Randstad daar soms anders over. Jon eindigde met „ik skaeme m’j neet veur mien Steenwieks” en zo is het maar net!
Om de toeschouwers actief aan het werk te zetten, kregen ze een quiz voorgeschoteld met twintig moeilijke woorden uit de Steenwieker Woordenlieste. De winnares, Gerrie Duiven uit Onna, had slechts twee fouten.
Hoe mooi en hoe complex ‘ons‘ dialect is, bewijst het volgende rijmpje, dat ooit eens in ‘de Opregte’ stond (de betekenis is te vinden op de Facebooksite van de Historische Vereniging):
Over de poeste
kwam een poesterd
mit een jokkepoeste
achter ‘m leup een poestertien
toen ze beiden over de poeste waren
waren ze achter de poesten