Kniepertien: Fietsen

Fietsen naar de fietsstalling aan de Oosterpoort mag niet.

Ik fiets. Tenminste: als ik niet slaap, autorijd, zit, loop, lig of wat anders doe. Ik fiets tegenwoordig elektrisch. Ik heb dus feitelijk een nepfiets.

Sinds ik mij kan heugen heb ik een haat-liefde verhouding met de fiets. Dat komt, ik was meer een wandelaar, de paden op, de lanen in, zo’n type. Ik deed veel lopend. En in mijn jeugd was alles nog op loopafstand: school, voetbalveldje (pal voor de deur, aan de overkant van de straat), vriendjes. Groter was mijn leven niet. Voor de wat verdere afstanden had mijn vader een fiets in elkaar gezet, die volgens mij uit onderdelen van vier sloopfietsen bestond. Hij zag er niet uit, trapte vreselijk zwaar, maar bracht mij op momenten daar waar ik zijn moest, en terug. Voordeel van deze fiets was dat ik hem nooit op slot hoefde te zetten, want geen dief nam de moeite mijn ijzeren ros te stelen.

Wat later in mijn leven kreeg en kocht ik wat luxere tweedehandsfietsen. Mijn eerste nieuwe fiets bekwam ik toen ik een jaar of dertig was. Het was de hoofdprijs van de klaverjascompetitie in café De Poolcirkel van Jaap en Elfriede (‘Fritsie’) Haveman. Ik was blij en trots tegelijk. Maar, de gewoonte getrouw, ik zette ook dat nieuwe vehikel niet op slot. Hij werd binnen een paar weken gestolen, nooit meer terug gezien. Mijn eerstvolgende nieuwe fiets daarna was de eerste in mijn leven die ik kocht: een elektrieke van het merk Stella, nu een jaar of zeven geleden.

Ik zit wat raar in elkaar; ik vind dat je (autosnelwegen uitgezonderd) in principe moet kunnen fietsen waar je kan. Ik vind dus dat je gewoon in de binnenstad moet kunnen fietsen: op de promenades, op de Markt, op de plaatsen die eigenlijk alleen maar voor voetgangers zijn bestemd. Zolang je rekening houdt met elkaar, niet als een idioot fietst, kunnen voetgangers en fietsers prima samen op dezelfde weg. Immers: er zijn ook fietspaden waar wandelaars lopen, waarom niet andersom? En wat te denken van de gemotoriseerde rolstoelen/scootmobielen van vandaag de dag? Die rijden harder dan ik fiets.

Op het pleintje aan de Oosterpoort voor Univé en Domino’s is een openbare stalling voor fietsen. Even verderop ter hoogte van voorheen dokter Heusdens ook. Maar nu het vreemde: je mag van de politie niet fietsen op dat pleintje. Je moet afstappen en lopend naar de rekken om je fiets te parkeren. Ik ben er twee keer fietsend aangehouden. Ten onrechte volgens mij. Ik heb de politie beide keren gevraagd: waarom mag een auto wél over fietspaden en stoepen rijden om bij een autoparkeerplaats te komen. En waarom mag ik dan niet fietsend naar de fietsenstalling?

Ze wisten het niet.

Nieuws

menu