Beeld uit het verleden: de Kunstbunker

In de kunstbunker lagen de Nederlandse topstukken goed beveiligd.

In de kunstbunker lagen de Nederlandse topstukken goed beveiligd. Foto uit archief Ger Scheenstra

In het Dennenbos (Willemsoord/Paasloo) werd op 26 mei 1942 de eerste spade voor de kunstbunker in de grond gezet en reeds op 15 september kon het Straatje van Vermeer als eerste gast ontvangen worden.

Voor die tijd werden o.a. het gymlokaal van De Voorzienigheid en het parochiehuis van de R.K. kerk te Gelderingen als tijdelijk depot gebruikt. De met baksteen beklede gewapend betonmuur is vier en een halve meter dik en het kegelvormig dak in de top zelfs 9 meter. Aan de zuidzijde werd het bestaande moerasje uitgediept tot een vijver, als verfraaiing en als reservoir bij een eventuele bosbrand. De hoeveelheid bewapeningsstaal (750.000 kg) heeft aan elkaar gelast een lengte van Steenwijk naar Parijs. In de bunker bevonden zich naast het Straatje onder meer Gezicht op Delft (Vermeer) en het schilderij Rembrandts Moeder. Op de muur tegenover de toegangsweg zit een groot majolica-tableau bestaande uit 271 gebakken tegeltjes, dat in 2000 nog volledig gerestaureerd is. Tezamen vormen ze Het Nederlandse Wapen met Leeuwen.