Boeren in Overijssel bespreken kansen voor koolstofvastlegging in grasland

Blijvend grasland. Foto: Natuur en Milieu Overijssel
Na de bijeenkomst in Heeten, waar vorige week zo’n twintig boeren praatten over het vastleggen van koolstof in grasland, roept de organisatie ook andere boeren op om zich aan te melden voor het project. De methode die besproken is, is de vastlegging van koolstof in grasland volgens de Blijvend Grasland-methode van de Stichting Nationale Koolstofmarkt. Deelnemende boeren worden drie jaar begeleid om tot een concreet plan te komen en uit te voeren voor een periode van ten minste tien jaar.
Handel in certificaten
Blijvend grasland is land dat meerder jaren niet geploegd wordt, gescheurd of bespoten. Door het niet op die manier te bewerken wordt er koolstof in de bodem opgebouwd. Die koolstof kan uiteindelijk worden verhandeld in de vorm van een CO2-certificaat. Er is een aantal voorwaarden verbonden aan zo’n certificaat. Zo moet ten minste de helft van het grasland 10 jaar niet intensief bewerkt worden. „Die certificaten kunnen gekocht worden door lokale ondernemingen die vrijwillig aan koolstofvermindering doen, en net een beetje te kort komen. Zij kunnen dat dan lokaal compenseren”, legt Ilse Postma van Natuur en Milieu Overijssel uit.
Kennis opdoen en delen
Het project is een initiatief van de Friese Milieu Federatie in samenwerking met Natuur en Milieu Overijssel, vereniging Noardlike Fryske Wâlden en Living Lab Fryslân. Zij gaan samen aan de slag met Overijsselse en Friese boeren. Het gaat bij het project vooral om kennis opdoen en delen met ander boeren.
„We hebben een grote groep nodig om goede metingen te kunnen doen van het vastleggen van koolstof in blijvend grasland. Zowel van boeren die al blijvend grasland hebben en boeren die er mee willen beginnen.” De bedoeling is om met vier groepen aan de slag te gaan, verdeeld over Overijssel en Friesland. Vooral het aantal percelen grond is belangrijk. „We denken aan 150 percelen per groep”, legt Postma uit. De boeren die gaan deelnemen zullen uiteindelijk gezamenlijk een projectplan indienen bij de Stichting Nationale Koolstofmarkt. Ook boeren die niet bij de bijeenkomst waren kunnen zich tot 19 oktober melden bij Natuur en Milieu Overijssel. „Wij begeleiden de boeren de eerste drie jaar en zullen hen helpen met het schrijven van het collectieve projectplan en het doen van metingen. Wij nemen die kosten voor onze rekening.”