Corso’s en gondelvaarten op internationale erfgoedlijst van UNESCO? Donderdag valt de beslissing

Corso Vollenhove: Klein Cuba met 'Om te Gieren' uit augustus 2017. Foto: archief Wilbert Bijzitter
„We tellen af naar 16 december’’, vertelt Claudia Lassche, penningmeester bij de Vollenhoofse Vereniging Voor Volksvermaken (V.V.V.V.) en secretaris van de Corsokoepel. Sinds de oprichting van de koepel in 2018, wordt er hard gewerkt aan het doel om de Nederlandse corso’s op de UNESCO-lijst te krijgen.
Ook het Corso Sint Jansklooster kijkt vol spanning uit naar donderdag. Het dorp gaat er van uit dat twaalf corsogroepen volgend jaarweer voor een indrukwekkende creaties zullen zorgen. De voorbereidingen zijn alweer volop bezig. Het corso verbindt de inwoners van het 2500 inwoners tellende dorp. Het mooie van het gezamenlijk werken aan het corso is namelijk dat het mensen verbindt.
Het bestuur van Gondelvaart Giethoorn vindt dat laatste ook heel belangrijk. „Natuurlijk is het fijn dat er veel toeristen naar onze Gondelvaart komen kijken”, zegt Dinie Toet namens het bestuur, „maar dat het zorgt voor binding tussen de inwoners is minstens zo belangrijk. Een plek op deze lijst is bovendien goed voor het imago van gondelvaarten en corso’s en zorgt voor een nieuwe impuls, wat ook leidt voor de toestroom van jeugd”.
De gondelvaarten varen mee onder de vlag van de Corsokoepel
De gondelvaarten in Giethoorn en Belt-Schutsloot varen mee onder de vlag van de Corsokoepel. Dinie Toet is Claudia Lassche dan ook zeer erkentelijk voor al het werk dat zij - als secretaris van de Corsokoepel – gedaan heeft. „Het is fijn dat wij daar op mee kunnen liften.”
„Het is heel stil geweest de afgelopen twee jaar,’ vervolgt ze. „Juist omdat Giethoorn zo’n toeristisch dorp is, hebben we geen vervangende activiteiten georganiseerd waar veel bezoekers op af zouden kunnen komen. Iedereen loopt langs hetzelfde smalle pad, en dat durfden we niet aan. Wel hebben we vervangende activiteiten voor de leden georganiseerd, zoals een online bingo en quiz. Maar we kijken er enorm naar uit om komend jaar weer een gondelvaart te kunnen organiseren.”
En die gondelvaart die komt er, als het aan het bestuur ligt. „Verschillende gondelgroepen hebben onderling contact gehouden; de ‘harde kern’ heeft de plannen klaar voor de volgende editie!’
Levend erfgoed
Dan gaat het dus om de lijst van immaterieel erfgoed. Niet te verwarren met de werelderfgoedlijst, die is voor het materiële erfgoed. Wat is het verschil? Lassche: ‘‘Bij materieel erfgoed kun je er een stolp overheen zetten, om het voor de toekomst te behouden. Denk aan een kunstwerk.’’ Dat kan bij immaterieel erfgoed juist niet. ‘‘Het is levend erfgoed en moet met de tijd meegaan, om jongere generaties aan te blijven spreken.’’
Corso Vollenhove is dan ook behoorlijk veranderd. „De basis blijft een traditie van wagenbouwen die van generatie op generatie wordt overgedragen. Maar wagens worden groter, er komt ingewikkelde beweging, er is een groeiende rol voor de jeugd.’’ Het zijn de bouwers en organisatie die de traditie dragen. „Zij bepalen wat ermee gebeurt.’’
Succesvol festival
Een ander voorbeeld van mee veranderen is het Dahliafestival van afgelopen zomer. „Natuurlijk heerste er teleurstelling over het niet doorgaan van de optocht, maar uiteindelijk bleken we de juiste beslissing te hebben genomen. We mochten het meeste en hebben er alles uitgehaald. De reacties waren erg positief!’’
Het is nog te vroeg om vooruit te blikken. „We willen sowieso onderdelen van het Dahliafestival meenemen naar volgend jaar.’’ Vormt corona een gevaar voor de traditie? „Die signalen krijgt de V.V.V.V. niet. Gelukkig zeggen de meeste vrijwilligers en bouwers dat ze de gezelligheid, de sociale cohesie missen. We gaan uit van weer een optocht van twaalf wagens.’’
Ook in Sint Jansklooster werd in coronatijd een andere draai aan het corso gegeven: geen normaal bloemencorso met rijdende wagens, maar een stilstaand evenement. Mensen konden op de fiets langs de verschillende creaties. Een groot succes: meer dan 10.000 mensen kwamen er op af.
Samenwerking
De Corsokoepel, bestaande uit twee leden uit Zundert, één uit Lichtenvoorde, één uit Valkenswaard, één uit Tiel en één uit Vollenhove, werd opgericht met als doel het bevorderen en uitwisselen van kennis en ervaringen tussen de corso’s. ‘‘Door corona zagen we helemaal hoe handig dat is. Wat doen anderen? Met punten als verzekeringen en duurzaamheid helpen we elkaar nu opnieuw.’’
De UNESCO-droom was de directe aanleiding tot de oprichting van de Corsokoepel. Corso Zundert zette in 2012 de eerste stap met een bijschrijving op de nationale lijst van Immaterieel Cultureel Erfgoed. Vollenhove volgde snel in 2013. In overleg met de contacten die waren opgedaan bij het Kenniscentrum Immaterieel Erfgoed Nederland (KIEN) werd in 2017 een Corsocongres georganiseerd in Vollenhove.
Bijzonder: vier evenementen uit één gemeente
Inmiddels zijn er zo’n dertig corso’s aangesloten bij de Corsokoepel. Daarvan mogen er donderdag 21 zich officieel UNESCO-erfgoed noemen. De andere negen zijn vaak wat kleiner en doen niet mee. Het gaat niet alleen om bloemencorso’s. Zo is het Fruitcorso van Tiel erbij. En de gondelvaarten van Giethoorn en Belt-Schutsloot. Met de bloemencorso’s van Vollenhove en Sint Jansklooster, maakt dat vier uit één gemeente.
Niet naar Parijs
Er ging een lang traject aan donderdag vooraf. „In januari van 2020 liet minister Van Engelshoven (OCW) weten de Nederlandse corsocultuur voor te gaan dragen. We verzamelden informatie, archiefmateriaal, foto’s en leverden in maart van dat jaar een groot dossier aan. Het pre-advies was goed, waarmee alle seinen op groen staan.’’
Als het goed is wordt donderdag tussen 10.15 en 13.15 uur bekend of het is gelukt. Het wordt dan de tweede Nederlandse traditie op de immateriële lijst, want het molenaarschap staat er sinds 2017 op. In totaal bestaat de lijst uit 584 tradities.
„Oorspronkelijk was het plan om naar Parijs te gaan. Vanwege corona is het online. Alleen achter een computer zitten, de hele dag appen, is niks. Daarom gaan we met het bestuur van de Corsokoepel naar een vakantiepark’’, aldus Claudia Lassche.
Goud in handen
Wat betekent het concreet voor Vollenhove? „‘Het benadrukt hoe waardevol de traditie is. We wisten al dat we iets belangrijks aan het doen zijn, maar we mogen ons beseffen dat we goud in handen hebben. Dat het meer is dan bouwen. De bouwschuur fungeert als sociale werkplaats. De dokter en schilder staan naast elkaar te lassen. Opleiding, afkomst, leeftijd maakt niets uit. Door corona weten we hoe erg het is als we dat kwijtraken.’’
Bovendien word je als organisatie serieuzer genomen. „Je wordt meer zichtbaar voor publiek en het opent deuren bij gemeente, provincie en media. Iets wat we al zagen bij de nationale bijschrijving. Het is een titel om trots op te zijn.’’ Iedereen kan de vergadering donderdag volgen via een link.