Huiszwaluwen in de Kop van Overijssel in de lift

Een foto van een uit een nest gevallen jong.

Een foto van een uit een nest gevallen jong. Foto: Henk Bergsma

De huiszwaluwstand lijkt in de Kop van Overijssel in een licht stijgende lijn te zitten. Is de huiszwaluw in De Pol inmiddels verdwenen, in het Kornputkwartier, Kallenkote, Steenwijkerwold en Zuidveen is er een toename te bespeuren van ongeveer 30 procent. Ook Wanneperveen en Blokzijl geven een stijging te zien en telden dit broedjaar respectievelijk 43 en 20 nesten.

Dat blijkt uit een inventarisatie van Henk Bergsma uit Steenwijk. De huiszwaluw is een echte cultuurvolger. Ze komen alleen maar voor waar huizen en schuren staan. „Net als praktisch alle vogels heeft de huiszwaluw een beschermde status. Dat houdt in dat wettelijk gezien de nesten niet verwijderd mogen, ook niet als de jongen zijn uitgevlogen. De overlast die de huiszwaluwen geven in de vorm van vogelpoep is eenvoudig op te lossen, door een plankje ruim onder het nest te maken”, licht Bergsma toe.

De huiszwaluwstand staat de laatste jaren volgens Bergsma erg onder druk door gebrek aan goed nestmateriaal. „De droogte zorgt er ook voor dat veel nesten stuk knappen.” Of door renovatie van huizen. „Bij verbouwingen of afbraak van huizen verdwijnen ook veel nesten. Gelukkig worden bij afbraak van huizen tegenwoordig zogenaamde huiszwaluwtillen geplaatst. Woningbouwverenigingen geven daarin vaak het goede voorbeeld. Verder wordt het luchtplankton (vliegjes, mugjes, torretjes, enz.) steeds minder door de klimaatverandering.”

De huiszwaluwen in Nederland zijn zo langzamerhand vertrokken naar het warme zuiden. Bergsma: „Hier en daar zwerven nog wat rond op zoek naar insecten om op te vetten voor de lange reis naar Afrika. Samen met de oeverzwaluwen en de boerenzwaluwen hebben de huiszwaluwen voor nakomelingen gezorgd in ons land. Nu is het tijd om te vertrekken.”