Recreatief fietsen in Overijssel beter geworden: Drenthe scoort het best

Fietsen in Overijssel is fijn, maar er zijn verbeterpunten blijkt uit onderzoek door de ANWB.
Er wordt nu meer gefietst dan vijf jaar geleden, toen de ANWB ook de meningen peilde van recreatieve fietsers. Het is een van de populairste vrijetijdsbestedingen onder Nederlanders. Corona heeft bijgedragen aan de toename van het aantal gefietste kilometers, in 2020 was dat 30% meer dan het jaar daarvoor. Ook werden er meer elektrische fietsen verkocht in die periode. Vorig jaar was al meer dan de helft van de nieuwe fietsen een e-bike.
Verbeterpunten voor Overijssel
Als belangrijkste verbeterpunt voor de fietspaden in Overijssel wordt veiligheid en comfort genoemd, net als vijf jaar geleden. Fietsers storen zich met name aan te smalle fietspaden, maar ook de drukte op de paden en de snelheidsverschillen worden genoemd. Ook asociaal gedrag is een punt van ergernis. Dat speelde bij het vorige onderzoek alleen in de Randstad. Verder zouden er onderweg, wat de ondervraagde fietsers betreft, meer plaatsen moeten zijn om te pauzeren. Deze verbeterpunten worden ook in Drenthe genoemd.
Meer gefietste kilometers
De meeste recreatieve fietsers maken tenminste een of meerdere tochten per week. Ook worden er langere afstanden afgelegd. Een gemiddelde rit op een e-bike ligt tussen de 30 en 50 kilometer. Er wordt in Overijssel meer elektrisch gefietst dan in de rest van Nederland. Dat percentage is gestegen van gemiddeld 38 naar 55 procent. Wielrenners staan ook vaker op de pedalen. Legt de ‘gewone’ fietser zo’n 30 kilometer per week af, wielrenners doen daar nog 50 tot 70 bovenop.
Scoorde bij het vorige onderzoek Flevoland de minste punten, deze keer is het Groningen die het met een 7,5 hekkensluiter is. Wie het hele onderzoek van de ANWB wil lezen kan dat hier doen.