Het gaat om Wolter de Lange en Jeroen Jansen uit Steenwijk, Nico Venema uit Steenwijkerwold en Erik Maes uit Meppel. „We dachten dat het mogelijk moest zijn om het Pieterpad rennend af te leggen, en we weten nu dat dat kan”, zegt Maes lachend.

De vier zijn allemaal langeafstandslopers en hebben niet specifiek getraind voor dit avontuur. Ze legden de route in tweetallen af, waarbij de ene liep en de ander meefietste. Onderweg wisselden ze elkaar af. „We hebben het Pieterpad opgedeeld in etappes van 30 kilometer, waarbij om de 7,5 kilometer werd gewisseld tussen lopen en fietsen.” De mannen hebben zeker zaterdag veel regen gehad. „Tijdens het fietsen word je koud, omdat je langzaam gaat. Als loper blijf je dan wel warm, maar we waren soms doorweekt...”

Krentenbollen en bananen

Onderweg werd het viertal vergezeld door een camper, die van Noord-Groningen meereed naar Zuid-Limburg. Die werd bestuurd door Ytsen de Boer uit Steenwijk en de vader van Wolter, Hans de Lange uit Oldemarkt. In de camper hadden de lopers dan zo’n drie uur rust, voordat ze weer wisselden met het andere tweetal. Maes: „We hadden een winkelwagen vol eten mee en daar is best veel van opgegaan. Pasta, koekjes en noedels hadden we mee, en krentenbollen en bananen, heel belangrijk.”

Het was een zware uitdaging, maar de vier lopers hebben de tocht met succes en binnen 52 uur volbracht. Zondagmiddag om 12.05 uur kwamen ze samen aan op de Sint-Pietersberg in Maastricht. Per persoon hebben ze 130 kilometer hardlopend afgelegd en nog eens 120 kilometer op de fiets. „Toen we zondagavond thuis waren, zaten we in ons app-groepje al weer plannen te maken voor een volgend avontuur”, vertelt Erik Maes. „Er zijn genoeg langeafstandsroutes die we kunnen doen. De naam van het Drenthepad is gevallen. We hebben er nu al weer zin in.”